vrijdag 29 februari 2008

Obama wil meer betrokkenheid Europese landen in oorlog Afghanistan

De Amerikaanse presidentskandidaat Barack Obama heeft donderdag gezegd dat de Europese landen meer moeten doen in Afghanistan en niet alleen moeten rekenen op de Verenigde Staten en Groot-Brittannië. Hij doelde op “het vuile werk”: vechten tegen de Taliban.

Dat maakten Amerikaanse media bekend. Obama prees verder de Britse prins Harry voor zijn geheime dienst in Afghanistan aan het front in de oorlog en zei dat de andere NAVO landen meer de handen uit de mouwen moeten steken.

Donderdag beweerde het Britse ministerie van Defensie dat de Britse prins Harry, die derde is in de lijn van troonopvolgers, al tien weken dient aan het front in Afghanistan.

Obama toonde respect voor de NAVO-bondgenoten, maar maakte duidelijk dat hij meer steun wil. Hij is ook van mening dat landen die hun troepen beperkingen hebben opgelegd die op moeten heffen.

Zo zijn er deelnemers aan de ISAF-missie die hun troepen niet toestaan om in het zuiden en het oosten mee te vechten tegen de opstand van de Taliban.

Hij zei “men kan niet in een situatie verkeren waarin een beroep wordt gedaan op de VS, of de VS en Groot-Brittannië, om het vuile werk op te knappen, en niemand anders wil deelnemen aan de vuurgevechten met de Taliban”.

Hij noemde verder geen landen bij naam, maar het is alom bekend op welke landen de VS en de NAVO doelen, en dat zijn onder meer Spanje, Duitsland, Frankrijk en Italië.

In Afghanistan zijn ongeveer 50.000 buitenlandse soldaten, waaronder circa 25.000 Amerikanen en 8.000 Britten.

Canada heeft 2.500 militairen gelegerd in Afghanistan die opereren in de zuidelijke provincie Kandahar. Australië, geen NAVO-lid maar wel deelnemer aan de ISAF, zit met 1.000 militairen in het zuiden van Afghanistan.

De afgelopen tijd is er vooral veel druk uitgeoefend op Duitsland om troepen mee te sturen naar het zuiden.

Obama zei toe dat de VS meer aandacht zullen besteden aan de mening van de bondgenoten in het voeren van de buitenlandse politiek als hij aan de macht is.

Vooral over de oorlog in Irak bestaat grote onenigheid tussen Washington en Europese landen. Obama is tegen de oorlog in Irak. Maar die werd door president George Bush in 2003 gestart.

Volgens een consultant “heeft Obama makkelijk praten. De Verenigde Staten kunnen overal wel oorlogen gaan beginnen, en verwachten dat andere landen die uit gaan vechten.”

De oorlog in Irak werd gestart omdat Saddam Hoessein ervan werd verdacht een programma voor massavernietigingswapens te hebben en banden met Al-Qaida. Maar er zijn in Irak geen bewijzen gevonden voor massavernietigingswapen en banden van Hoessein met Al-Qaida.

Onlangs was president Bush erg verbaasd omdat zijn veiligheidsdiensten verklaarden dat Iran al jaren niet meer werkt aan een programma om kernwapens te maken.

Op dit ogenblik zijn er ongeveer 140.000 Amerikanen in Irak gestationeerd.

In Afghanistan zijn ongeveer 50.000 buitenlandse soldaten, waaronder circa 25.000 Amerikanen en 8.000 Britten.